Nederland is de grootste aardgasproducent van de Europese Unie. Maar we spelen ook een hoofdrol bij de in- en verkoop van aardgas: Nederland als gasrotonde. Dit zorgt voor een strategische positie, dankzij onze hele infrastructuur voor de productie, transport, opslag en doorvoer van aardgas. In 2016 produceerden we 49,7 miljard m3 en importeerden we 35,2 miljard m3. O.a. uit Noorwegen en Rusland. De Russische import is de laatste vijf jaar verdubbeld. 38 miljard m3 is voor eigen gebruik en 41 miljard m3 is voor de export, naar bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koningrijk, België en Italië. De rol van Nederland als Europese gasrotonde is niet alleen goed voor onze economie, het is ook belangrijke voor de leveringszekerheid.
Zekerheid van energie
We willen allemaal op ieder gewenst moment van de dag beschikken over de juiste hoeveelheid energie die we op dat moment nodig hebben. Hoe we dat in Nederland geregeld hebben, lees je hier.
Ondergrondse gasopslag is onderdeel van deze gasrotonde. Door zomers gas op te slaan in lege gasvelden, hebben we in koude winters een extra buffer, die we snel in kunnen zetten als er pieken ontstaan in de vraag naar aardgas. Want ‘s-winters is de vraag naar gas soms wel driemaal zo groot als in de zomer. Zo’n buffer in lege gasvelden hebben we in Grijpskerk, Norg en in Bergermeer. De opslag in Bergermeer bij Alkmaar is de grootste van Europa. Grote compressoren pompen het gas onder een druk van 300 bar in het gasveld, zodat het net als in een gewoon veld, ‘s- winters weer opgepompt kan worden.
Ondergrondse opslagen geven ons een buffer van energie voor als het ’s winters heel koud is en wij meer energie nodig hebben dan zomers.
Behalve in lege gasvelden slaan we ook gas op in lege zoutcavernes, zoals in het Groningse Zuidwending. Vloeibaar gas (LNG) komt met schepen uit onder andere Noord- Afrika en het Midden-Oosten en wordt opgeslagen in tanks op de Maasvlakte.